Renate in Oeganda

Het noorden van Oeganda

 

Om deze blog wat makkelijker te kunnen lezen, eerst maar een stukje geschiedenis van de juf….

Oeganda is eigenlijk een verzameling van stammenkoninkrijken die door de Engelsen zijn veroverd en samengebracht tot één land. De verschillen tussen de verschillende volken en vooral tussen het noorden en het zuiden zijn erg groot. In 1962 is Oeganda onafhankelijk geworden en sindsdien heeft het land veel te verduren gehad. In de jaren ’70 was er het schrikbewind van Idi Amin. Bij verkiezingen in 1980 kwam Obote (opnieuw) aan de macht. In de jaren daarna heeft Oeganda te maken gehad met zeer gewelddadige burgeroorlogen en onrusten. Volgens verschillende bronnen zijn er in die jaren door de politie en het leger zelfs meer slachtoffers gemaakt dan ten tijde van het Amin-bewind.

In 1986 is de huidige president Yoweri Museveni aan de macht gekomen en is het relatief rustig geworden in het grootste gedeelte van Oeganda. Alleen het noorden van Oeganda heeft de laatste 20 jaar te kampen gehad met veel conflicten. Tot 2006 is de rebellenbeweging de ‘Lords Resistance Army’ (LRA) geleid door Joseph Kony (een zelfverklaarde profeet) heel actief geweest in dit gebied. De LRA heeft een zeer gewelddadige geschiedenis. Op grote schaal hebben zij in het noorden van Oeganda kinderen en jongeren ontvoerd. De jongens om voor hen te vechten en de meisjes om te dienen als slavin, in de meest letterlijke zin van het woord. Hiermee heeft de LRA een van de grootste humanitaire rampen van de geschiedenis veroorzaakt. In totaal zijn 1,4 miljoen mensen op de vlucht geslagen voor de rebellen. Sinds 2006 is de LRA niet meer actief in het noorden van Oeganda, hoewel kort geleden naar buiten is gekomen dat de rebellenbeweging in december in Congo opnieuw heeft toegeslagen.

 [simage=264,288,n,center,]

 

Op naar het noorden

Vorige week ben ik met mijn twee huisgenoten Joost en Paul voor een weekeind naar het noorden van Oeganda geweest. Tot aan 2006 heeft het noorden van Oeganda dus bijna veertig jaar lang te maken gehad met onrust, oorlog en terreur.

Joost heeft politicologie gestudeerd en is afgestudeerd op het conflict in het noorden van de afgelopen 20 jaar; de LRA-tijd. Als je maanden gezwoegd hebt op een scriptie is het natuurlijk interessant om ook daadwerkelijk onderwerp van die scriptie te bezoeken. Joost heeft zich vooral gericht op de vraag waarom de LRA zo lang heeft kunnen opereren in Oeganda. Organisaties als de LRA zijn er veel meer geweest in Afrikaanse landen, maar meestal bestonden dit soort rebellengroepen maar kort. Er gaan dan ook steeds meer stemmen op dat het Oegandese leger niet gemotiveerd was om de strijd aan te gaan, er te veel mensen in het leger waren die baat hadden bij de situatie (corruptie) en dat de president door dit conflict goed kon verantwoorden waarom hij zoveel geld aan het leger en wapens uitgaf.

Met het openbaar vervoer zijn we op vrijdag afgereisd richting Gulu, de grootste stad van het noorden. De verschillen tussen het noorden en het zuiden van Oeganda zijn meteen merkbaar. Het klimaat in het noorden is veel droger en warmer en dat zie je direct aan het landschap. Ook de mensen zijn heel ander in het noorden. In het noorden zit het Acholi koninkrijk. De Alcholi spreken niet alleen een volledig andere taal (de talen hier in de omgeving hebben nog wel wat van elkaar weg), ook hun uiterlijk en gedrag zijn anders. Ze zijn echt pikzwart en – wat ons echt direct opviel – erg rustig. In Jinja of Kampala is het altijd een drukte van jewelste, maar in Gulu helemaal niet. Zijn we er inmiddels aan gewend om als blanke altijd nageroepen te worden (Muzungu Bye!!), in Gulu leek het bijna wel alsof de mensen ons niet eens zagen (en ik moet zeggen: was best even prettig!).

’s Avonds zijn we – ter ere van Pauls verjaardag – het nachtleven van Gulu onveilig gaan maken en de volgende ochtend zijn de stad maar eens gaan verkennen. In de tijden van de LRA was Gulu een relatief beschermde plek. Van heinde en verre kwamen kinderen en jongeren in de avonden naar de stad om daar in de straten te slapen. Inmiddels is dit verleden tijd, maar Gulu is duidelijk nog in opbouw. De stad is ten opzichte van andere Oegandese steden erg smerig (en dat wil wat zeggent…) en de wegen zijn nog slechter dan we gewend zijn. Er zijn in Gulu veel Non Government Organisaties (NGO’s) te vinden die hulp hebben geboden in de afgelopen jaren. Een aantal van deze NGO’s hebben we bezocht.

[simage=253,288,n,center,]

 

Kitgum

Zaterdagmiddag zijn we doorgereisd naar het nog noordelijker gelegen Kitgum. Vanaf Gulu zijn er geen verharde wegen meer, dus dat was hobbelen geblazen. In Kitgum hadden we afgesproken met de Nederlandse Astrid. Astrid werkt voor de Norwegian Refugee Council, een Noors bedrijf dat zich onder andere bezig houdt met de distributie van voedsel naar vluchtelingen en het (zodra het kan ) teruggeleiden van de vluchtelingen naar huis.

‘s Zondags heeft Astrid ons meegenomen naar het meest Noordelijke gedeelte van Oeganda, tegen de grens van Sudan. Hier hebben we verschillende IDP Camps (Internally Displaced Persons camps, oftewel vluchtelingenkampen) bezocht. In de tijd van de LRA waren de mensen in het noorden van Oeganda verplicht om in deze kampen te wonen. Officieel om ze te beveiligen tegen de LRA, maar er wordt ook gezegd dat het de Oegandese regering wel goed uitkwam om macht te kunnen blijven uitoefenen in dit gebied. Rond 1996 zijn de eerste kampen ontstaan. Het zijn enorm grote gebieden waar de hutjes letterlijk tegen elkaar aan staan, af en toe onderbroken door een toiletgebouwtje of een school. Door elk kamp loop wel een soort ‘Mainstreet’. Sinds 2006 zijn de mensen niet meer verplicht om in deze kampen te wonen en de meeste mensen zijn inmiddels teruggekeerd naar hun eigen village. Veel hutjes zijn afgebroken en de kampen veranderen (hoewel er nog steeds wel mensen wonen) langzaamaan in een soort spooksteden. Indrukwekkend om te zien. De foto hieronder heb ik niet zelf gemaakt, maar geeft wel een goed beeld van hoe de kampen er ooit uitgezien hebben.

Na het bezoek aan de kampen hebben we in Kitgum nog kort een school voor gehandicapte kinderen bezocht. Het was nog vakantie, dus er waren helaas geen kinderen, maar het was toch leuk om even rond te kijken en te praten met de leraren.

[simage=256,400,n,center,]

 

En nu

Sinds 2006 is het relatief veilig in het noorden (hoewel we toen we op pad gingen naar de kampen nog wel even een verklaring moesten ondertekenen dat we op eigen risico gingen en van tevoren via de radio goed doorgeven waar we heen gingen). Momenteel wordt er nog voedselhulp geboden, maar de bedoeling is om eind juni alle humanitaire hulp – dus ook de voedselhulp – stop te zetten.

Toch heeft het gebied nog een lange weg te gaan. De prioriteiten van hulporganisaties verschuiven en het aantal NGO’s is in het afgelopen jaar gehalveerd. Humanitaire hulp moet worden vervangen door ontwikkelingshulp. Maar door het rijke westen wordt zo bezuinigd op ontwikkelingshulp dat die  overname nog erg ver weg lijkt. Ruim 50% van de bevolking in dit gebied is jonger dan 15 jaar. Van een paar duizend kinderen heeft men geen idee wat er met hen is gebeurd, ze zijn simpelweg verdwenen.

De meeste vluchtelingen zijn inmiddels terug naar hun eigen village, maar er is ook een grote groep die niet terug kan. Zo zijn er bijvoorbeeld veel jonge vrouwen die kinderen hebben van LRA-rebellen. De vrouwen zelf worden vaak nog wel geaccepteerd door hun community, maar de kinderen niet. Daarnaast zijn er veel mensen die niet terug willen. Veel mensen hebben tien jaar in een kamp gewoond en daar een nieuw leven opgebouwd. Een ander groot probleem is dat er nu in het noorden een generatie zit die in de kampen nooit geleerd heeft te ‘farmen’ terwijl de meeste mensen in Oeganda toch afhankelijk zijn van hun eigen landbouw.

 

Terug naar Jinja

Maandagmorgen erg vroeg zijn we weer op de terugweg naar Jinja gegaan. En jawel… na 15 (!) uur hobbelen zijn we Jinja weer binnen gereden. Qua openbaar vervoer hebben we het weekend in ieder geval alles meegemaakt (ontplofte motor in de bus, onverharde en modderige wegen, geen bussen van Gulu naar Kampala, enorm geduw toen er eindelijk een bus was op het taxipark, trafficjam in Kampala, noem maar op).

 

Het weekeind was totaal anders dan de andere uitstapjes tot nu, maar buitengewoon leerzaam en vooral indrukwekkend. Volgend jaar zijn er in zowel Sudan als Oeganda nieuwe verkiezingen. Natuurlijk wordt gehoopt dat alles goed gaat, maar Astrid vertelde ons dat de noodscenario’s en plannen al klaar staan. Het laat je wel weer even goed beseffen in wat voor land je ook alweer bent…

[simage=260,288,n,center,]

Naar fotoalbum   

Leave a comment

« Previous post
Next post »

2 ResponsesLeave one →

  1. Marleen

     /  June 3, 2010

    Ja, vooral die kindertekening…..

  2. Roosmarijn

     /  June 3, 2010

    Poeh, heftig…
    Mooi stukje!

    *1e comment, goed hè :) *