Al een paar weken zit-ie in de planning: een roadtrip naar Rwanda met vijf Nederlandse meiden uit Oeganda. Veel mensen die in Oost-Afrika wonen of reizen gaan naar Rwanda. Rwanda staat bekend als een prachtig land (het heeft niet voor niets de bijnaam ‘Het Land van Duizend Heuvels’). Toch is dit niet de voornaamste reden dat de mensen naar Rwanda trekken. Dat is meestal het bezoeken van de Memorials van de Rwandese genocide. De Rwandese genocide iss een volkerenmoord die in 1994 plaatsvond. Na decennia lang onrust tussen de Hutu en Tutsi bevolkingsgroepen escaleerde het conflict uiteindelijk in een bloederig drama. Tijdens deze snelste genocide ooit werden naar schatting bijna een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s in een periode van 100 dagen vermoord. De meeste moorden werden gepleegd door twee extremistische Hutu-milities, de Interhamwe en de Impuzamugambi.
De genocide in Rwanda ligt bij de westerse wereld extra gevoelig omdat de internationale vredesmacht – de UNAMIR – niet heeft ingegrepen vanwege het krappe mandaat van de troepen. Dit is de Verenigde Naties en de leden van de Veiligheidsraad op veel kritiek komen te staan. In juli 1994 werd de genocide gestopt door een tegenoffensief van de Tutsi rebellenbeweging Front Patriotique Rwandais (FPR) onder leiding van de huidige president van Rwanda Paul Kagame.
Uiteindelijk is bijna 20% van de Rwandese bevolking vermoord (waaronder bijna 85% van de Tutsi-bevolking). Niet echt een feestelijk doel dus, maar wel iets waar ik zelf ook graag heen wil. Ik kan me nog vrij goed herinneren dat Rwanda veel in het nieuws was en dat daar verschrikkelijke dingen gebeurden. En vooral dat eigenlijk niemand begreep waarom.
We gaan (met het oog op extra vrije dagen) tijdens het paasweekeinde; zes en zeven april vallen daarin. Zes april is de dag dat het precies 18 jaar geleden is dat het vliegtuig met de Rwandese en Burundese president wordt neergeschoten, waarbij beide presidenten om het leven kwamen. Deze gebeurtenis wordt gezien als de aanleiding voor de 100 dagende durende genocide die de dag erna begint. Zeven april is Memorial Day en de officiële start van de Genocide Memorial Week. Een beladen weekend dus om te gaan. We hebben nog even rondgevraagd of het wel verstandig en gepast is om te gaan, maar dat schijnt geen probleem te zijn.
Donderdag ochtend vroeg vertrekken we uit Kampala. Nog even wat shoppen (Nederlands brood kopen, dat kan hier tegenwoordig!) en we zijn officieel op pad. De visa moeten op het laatste moment nog worden geregeld (goed voorbereid dus), maar dat komt allemaal in orde.
Kigali
Van tevoren hebben we veel over Rwanda – en Kigali in het bijzonder – gehoord. Goede wegen, geen halve winkeltjes, maar hele, geen koeien op de weg, boda’s (brommertjes die als openbaar vervoer worden gebruikt) waar maar één passagier op mag die verplicht een helm krijgt, verkeersregels waar mensen zich daadwerkelijk aan houden, papieren zakjes bij de supermarkt om het milieu te sparen en afval dat daadwerkelijk in de afvalbakken gaat omdat je anders een boete krijgt. Kortom, een tikje anders dan we gewend zijn in Oeganda.
’s Avonds rond een uur of negen rijden we uiteindelijk Kigali binnen en het blijkt allemaal te kloppen. We rijden een mooie en modern uitziende, goed georganiseerde stad in. We brengen snel onze spullen naar een Guesthouse en gaan een hapje eten in een bar/restaurant in het centrum van Kigali. Contact maken met de lokale bevolking in Oeganda is altijd heel gemakkelijk en dat blijkt in Rwanda niet anders. Al snel zitten we met een aantal Rwandezen te kletsen
Natuurlijk komt de vraag: ‘What are you doing in Kigali?’ Nu is Pasen in Oeganda een groot feest. Oeganda is een christelijk land en de Oegandezen laten vast geen weekeind schieten waarin ze een goede reden hebben om veel te eten en overal in het land grote shows en festivals te organiseren. De twee weken voor Pasen hoor je dus ook niets anders dan: ‘How are you celebrating Eastern?’ Met inmiddels al als automatisch antwoord: ‘I will be celebrating Eastern in Rwanda!’Het antwoord aan de Rwandese jongen is dan ook meteen: ‘We are celebrating Eastern in Kigali!’
Het valt even stil. ‘You know; we are not only celebrating Eastern this weekend, Saturday starts our Week of Silence.’ Ai, die zit. Natuurlijk weten we heel goed welk weekend het is en dat 18 jaar nog maar kort geleden is. Toch helpt het ons even goed herinneren hoe vers het nog is in dit land en hoe gevoelig het nog ligt. Dat alle mensen die in de kroeg gezellig een drankje drinken het daadwerkelijk hebben meegemaakt, mensen hebben verloren, of misschien wel aan de andere kant hebben gestaan.
Memorial Center
Vrijdag 6 april (om het officiële Memorial voor te zijn) bezoeken we het Kigali Memorial Centre waar een grote tentoonstelling is over de genocide. Het centrum is acht jaar geleden geopend en bevindt zich op een plek waar meer dan 250.000 genocideslachtoffers zijn begraven. Onderweg naar het Centre zien we Kigali voor het eerst in bij daglicht. Nu zien we ineens dat overal in de stad banners, posters en billboards hangen met slogans over de genocide die de Memorial Week aankondigen. Bij het Memorial Centre heerst veel bedrijvigheid. Er worden tenten opgezet, de Rwandese televisiestations zijn vertegenwoordigd en op de massagraven worden bloemen neergelegd.
De tentoonstelling is heel heftig. Er zijn verhalen, foto’s en filmpjes met getuigenissen van mensen die de genocide hebben meegemaakt. Een oorlog is (zeker voor iemand uit Nederland van mijn generatie) al bijna niet te vatten, maar de beelden die we hier te zien en verhalen die we horen kregen zijn gruwelijk. Van foto’s van straten vol met dode, nauwelijks herkenbare lichamen, kerken waar mensen bescherming zochten en met 10.000 en tegelijk zijn vermoord (één van deze kerken bezoeken we de volgende dag ) tot verhalen van kinderen die zijn doodgeslagen tegen een muur of levend verbrand voor de ogen van hun ouders. Eén van de uitspraken uit de tentoonstelling is: But the genocidaires did not kill a million people. They killed one, then another, then another… day after day, hour after hour, minute by minute. Every minute of the day, someone, somewhere, was being murdered, screaming for mercy.
Het is eigenlijk niet voor te stellen dat mensen dit elkaar aan kunnen doen.
Bloemen bij de massagraven
|
Meer foto’s
Schrijf reactie